top of page
Gilgameš epos
Het moederverhaal der verhalen uit ca. 2600 v. Chr. waar het zondvloedverhaal ook verteld wordt (Boek "Het epos van Gilgameš"). Waarin de Ark beschreven wordt als een boot met zeven lagen, en een kubus erop van tien roede. (tablet XI regel 56 e.v.). In dat zelfde epos ontmoet Gilgameš ook schorpioenmensen aan de poort van de onderwereld die aan de voet van de Tweeling berg ligt. Deze mensen zijn door Tiamat (Godin zoutwater) geschapen om Marduk (stierkalf van de Zonnegod, stadsgod van Babylon) te verslaan en Chaos te creëren.
Assyrioloog William Muss-Arnolt verbond de enkelvoudige vormen ur en tumm met de Akkadische termen ūrtu en tamītu, die respectievelijk "orakel" en "bevel" betekenen. Volgens zijn theorie duiden de Hebreeuwse woorden een soort pluralis majestatis, die hun verhevenheid uitdrukken, niet een aanduiding dat er meer dan één exemplaar zou zijn. In het verlengde hiervan is de hypothese dat de Urim en Thummim zouden zijn afgeleid van de mythische Kleitablet van het Lot, de kleitablet die Marduk op zijn borst droeg.
Ur (ook wel Oer en in het Soemerisch: Urim) was een stad in Soemer, in het zuidelijk deel van Mesopotamië (hedendaags zuidoost Irak), waar de rivieren Eufraat en Tigris in de Perzische Golf uitmonden.
De stad werd reeds ca. 4000 v. Chr. gesticht, waar aartsvader Abraham is geboren. Maar dit laatste is nog omstreden.

bottom of page