top of page

Geneeskruiden

 

In dit boekje zijn enkele kruiden beschreven die door vele kruidengenezers (heksen) en mystici zijn gebruikt. Onder de kruiden viel tot recent paddenstoelen, maar ook bomen en struiken.

 

De basis van Europese kruidentuinen werden gelegd door Oude Grieken en Romeinen. In de 5e eeuw v. Chr. vermeldde Hippocrates, ±400 kruiden die algemeen werden gebruikt. Rond 65 n.Chr. schreef Pedanius Dioscorides, een Griekse arts het meest invloedrijke kruidenboek 'De Materia Medica ' waarin hij de medicinale toepassingen van veel kruiden beschreef.

 

Voortgezet in de middeleeuwen in kloosterstuinen voor genezing, geur en smaakstoffen. In die tijd begon de katholieke kerk kruidengenezers te verbranden, omdat ze hen met hekserij en heidendom associeerde.

 

Romeinse artsen gebruikten extracten van o.a. bilzekruid, wolfskers en doornappel (scopolamine) als pijnstillers.

Een ander aspect van deze kruiden is dat ze hallucinogeen kunnen zijn. Door het nuttige of via contact met de huid kan de geest gaan ronddwalen. Deze stoffen werken op het centraal zenuwstelsel zoals verschillende soorten zenuwgif en drugs. Zie hiervoor de Extra's.

Veel van onze kruidengeneesmiddelen tegenwoordig zijn afkomstig van Ayurvedische, Chinese, Romeinse en Griekse bronnen, Maar alle oude beschavingen, waaronder de Maya's, Azteken en Egyptenaren, hebben kruiden gebruikt voor de behandeling van ziekten.

​

In dit boekje een beknopte geschiedenis en de tegenwoordige toepassing van enkele kruiden.

​

​

Schrijver/Bewerking:
j.a.christian.martens@ziggo.nl
 
De volledige tekst vind je hier in één document
bottom of page