top of page

Oude Wereld

​

Om de oude verhalen over het kruid des levens te begrijpen, moet je eerst de verschillen begrijpen tussen de moderne wereld waarin je leeft en de oude Euraziatische wereld. Deze oude verhalen zijn gemaakt in samen-levingen waarvan het wereldbeeld totaal anders was. Dus is het belangrijk dat je het oude wereldbeeld begrijpt waarin deze verhalen zijn ontstaan. Primitieve mensen kennen in het algemeen elke plant en dier in hun omgeving en weten hoe ze deze moesten gebruiken als er een nut voor was. Veel oude Euraziatische samen-levingen bevatten genezers die meesters waren in het gebruik van planten voor medicijnen. Ze deden dit zonder de kennis die we nu bezitten van de chemie die erbij betrokken is, aangezien het pas in 1806 was dat een briljante chemicus morfine isoleerde uit opium en voor altijd onze kijk veranderde op hoe deze magische planten werkelijk werkten.

Het perspectief van de moderne mens op de wereld als geheel is totaal anders dan het oude wereldbeeld van het universum. Als je omhoog kijkt naar de sterrenhemel, weet je dat sommige van deze sterren triljoenen mijlen ver weg zijn. In de oudheid waren de zon, maan, planeten en sterren slechts een paar kilometer verwijderd, en dingen als kometen maakten hen bang omdat ze geloofde dat ze heel dichtbij waren. Voor de Ouden was alles volkomen onbekend met zaken als ziektes die een bovennatuurlijke oorzaak kregen, d.w.z. demonen, hekserij, enz. Of vage natuurlijke oorzaken zoals vergiftiging, slecht water, voedsel of lucht. Het ultieme geheim van hoe planten, dieren en mensen zichzelf reproduceerden, was ook een groot mysterie voor de Ouden die voor hun eigen bestaan afhankelijk waren van de mysterieuze vruchtbaarheid van planten, dieren en zichzelf.

Een ander fundamenteel verschil tussen de oude en moderne werelden is hoe godheden of god(en) worden opgevat. In de oudheid werden die dingen die door het menselijk oog konden worden gezien, die ook fysiek 'onsterfelijk' waren en van nut waren, of beangstigend voor de mensheid, zoals de zon, maan, aarde, lucht, donder, regen en vuur werden beschouwd als "goden".

In de oude Indo Europese theologie was de God van de "hemel" de Hemelvader, Latijn: Ju-piter (Jupiter), Grieks: Zeu-pater (Zeus), Sanskriet: Dyaus-pita, Proto Indo Europees: Dyeus-pater en de Germaanse God: Thor.

De Hemelvader van de oude volkeren is dezelfde hemel die je elke dag ziet, een lucht die zonneschijn, regen, wind, tornado's, hagel, donder, bliksem, overstroming of droogte brengt, en af ​​en toe een vaste rots die we een meteoriet noemen. De Hemelvader was meestal een welwillende godheid, maar hij kon ook zeer destructief zijn, zelfs een massamoordenaar van mensen. De Ouden waren zich zeer bewust van deze destructieve kant van de Hemelgod en wilden altijd aan de goede kant van de Hemelgod staan. In tegenstelling tot de moderne wereld waren er geen oude atheïsten omdat iedereen duidelijk de Hemelgod kon zien, en alleen een idioot zou hebben beweerd dat de hemel (lucht) niet bestond.

In tegenstelling hiermee heeft het moderne wereldbeeld de oude goden van zon, maan, aarde en lucht vernietigt. Aangezien een zichtbare of echte "God" niet langer een plaats heeft in ons fysieke universum, hebben moderne mensen alleen "bovennatuurlijke" goden. Deze moderne concepten van een onzichtbare God zijn natuurlijk onze manier om de oude Hemelvader levend te houden in onze geest en samenlevingen, lang nadat we hem hebben onttroond en zijn hemel hebben vernietigd met onze wetenschap.

We moeten altijd weten dat de goden van de oude mensen altijd echte dingen waren en dat de verhalen over deze echte goden iets echts beschrijven.

Als we blindelings aannemen dat het oude concept van God hetzelfde is als ons moderne concept van een bovennatuurlijke god, dan zal alles wat de oude verhalen over deze echte goden zeggen, altijd verkeerd geïnterpreteerd worden door ons, met als resultaat dat we het niet zullen begrijpen, dat in deze oude verhalen de echte wijsheid over echte dingen worden bedoeld.

Een ander heel belangrijk ding om in gedachten te houden is dat de Ouden deze echte goden altijd verpersoonlijkten in hun verhalen. Dus als je naïef gelooft dat het verhaal over de "persoon" in het verhaal gaat en niet weet dat het over een echte god/ding gaat, kun je jezelf misleiden in de bovennatuurlijke wildernis waar absoluut niets echt is.

bottom of page